Deel I: Voor welke sport(en) en beweging zijn onze genen optimaal aangepast? En hoe pas je dit toe in het dagelijks leven?

Beweging is de alleroudste functie van het lichaam en de cognitieve functies van je brein hebben pas zin als je je kunt bewegen. In deze 3-delige blogreeks kom je erachter waarom we eigenlijk de functie hebben gekregen om te bewegen, hoe onze voorouders bewogen, wat de voordelen van beweging zijn en hoe je dit in het dagelijks leven kunt toepassen.

The body will become better at whatever you do, or don’t do. If you don’t move, your body will make you better at not moving. If you move, your body will allow more movement. – Ido Portal

Beweging gedurende de evolutie

Platgeslagen is vanuit evolutionair perspectief een soort pas succesvol als het zichzelf kan voortplanten. En om ons in staat te stellen om te kunnen voortplanten hebben we energie nodig. Om die energie te verkrijgen moeten we op zoek gaan naar voedsel. Door middel van beweging kunnen we ons verplaatsen om verschillende plekken af te gaan om voedsel te verzamelen, te gaan jagen of te vissen.

We zijn geëvolueerd om fysiek actief te zijn.

Gedurende miljoenen jaren zijn onze genen dan ook aangepast op een leven met regelmatige beweging.

Als jager-verzamelaar hadden we veel uithoudingsvermogen nodig. Vrouwen liepen wel 9 km/dag en mannen 15 km/dag en tegelijkertijd droegen we ons voedsel en kinderen. Ook groeven we wel 2-3 uur per dag knollen en wortels uit om ons van energie te voorzien.

Maar hoe jaagden we eigenlijk?

Uit opgravingen blijkt dat onze verre voorouders tot 500.000 jaar geleden zonder speer jaagden.5 We hadden simpelweg nog niet ons brein voldoende ontwikkeld om gereedschappen te kunnen maken. Daarnaast zijn we erg langzaam en is ons uithoudingsvermogen vele malen minder ten opzichte van andere dieren. De snelste man op aarde (Usain Bolt) rent ‘maar’ 10.4 m/s ten opzichte van andere dieren die wel 20 m/s kunnen rennen. Daarnaast houdt Usain Bolt dit uit voor een korte sprint en houdt dit maar 20-30 sec. vol ten opzichte van andere dieren die dit langer dan 4 minuten kunnen volhouden.

Ons voordeel ten opzichte van alle andere dieren is dat we veel beter onze temperatuur kunnen reguleren.1 Dit wordt ook wel thermoregulatie genoemd. Andere dieren kunnen alleen maar via hun tong de warmte kwijt en zijn zo veel sneller oververhit (hyperthermia).1

Als mensen hebben we daarentegen een heel lijf om onze warmte kwijt te kunnen.

Op dit gegeven is de persistance hunting theorie ontstaan.3-4 Dat wil zeggen dat we dieren opjaagden, totdat deze oververhit waren en neervielen, zodat de jager-verzamelaar het dier vervolgens kon doden met stenen die in de buurt lagen om het vervolgens mee te nemen naar het kamp.

Op welke dieren jaagden we?

We jaagden vooral op grote dieren omdat grotere dieren sneller oververhit raken door hun grote lijf en jaagden op het midden van de dag voor de meeste kans van slagen. Dit was namelijk het heetste moment van de dag. Na 15-30 km het dier in het zicht te hebben gehouden en te hebben opgejaagd, viel het dier bewusteloos tot dood neer van de hitte, waarna we het dier meenamen of doodden met stenen.2 Vervolgens namen we het dier mee terug naar ons kamp om het te bereiden en op te eten. Zoals eerder beschreven is, slaagde maar 25% van alle jaagpogingen. Het jagen bracht hierdoor een groot risico met zich mee. Jager-verzamelaars in de Kalahari woestijn in Zuid-Afrika jagen vandaag de dag nog steeds op deze manier.7 Daarnaast wordt verondersteld dat de Tarahumara in noord-west Mexico in de Copper Canyon ook volgens deze manier jaagden.6

Lack of activity destroys the good condition of every human being, while movement and methodical physical exercise save it and preserve it. – Plato (427-347 BCE)

Wat weten we nog meer over de beweging van toen?

Ook vond beweging altijd plaats in de buitenlucht en werden zware dagen afgewisseld met rustige dagen. We bewogen op een natuurlijke ondergrond en konden met onze voeten gelijk voelen wat voor weer het was, waar de dichtstbijzijnde drinkplaats was, hoeveel het had geregend en allerlei andere sensorische input dat ons in staat stelde om beter te jagen en te verzamelen. Ook was beweging een sociale activiteit, van het jagen tot aan het dansen in de avonden. We hadden regelmatig seksuele activiteiten en er was veel tijd voor rust, ontspanning en slaap. Als laatste maakten we schuilplaatsen en kleding en zaten we het liefst zoveel mogelijk stil als we de kans kregen om zoveel mogelijk energie te besparen.7-12

Kortom

Samenvattend bewogen we vooral om onze overleving veilig te stellen en waren we vooral duursporters voor de afgelopen 2 miljoen jaar. Daarnaast zijn we geëvolueerd om fysiek actief te zijn met vele fenotypische reacties van ons lichaam op de activiteit om de capaciteit aan de vraag aan te passen. Denk hierbij aan het groeien van verschillende spieren, als deze werden gebruikt. Vorm past zich aan functie aan.

We zijn nooit geëvolueerd om fysiek inactief te zijn en tegelijkertijd zijn we ook nooit geëvolueerd om fysiek actief te zijn, behalve als er noodzaak was of in de context van spelen.

Natuurlijke selectie = ‘move when we have to, and rest when we can’

En nu?

Klik hier om verder te lezen in deel II, waarin de brug wordt gemaakt tussen de beweging van toen VS nu. Ook lees je in dit artikel hoe je in het moderne leven weer meer kunt gaan leven zoals we dat altijd al deden.

Literatuur

  1. Schmidt-Nielsen, Knut (April 1997). “Temperature Regulation”. Animal Physiology: Adaptation and Environment (5th ed.). Cambridge: Cambridge University Press. p. 275.
  2. Carrier, David R. (August–October 1984). “The Energetic Paradox of Human Running and Hominid Evolution”. Current Anthropology. 25 (4): 483–95.
  3. Carrier, David R. (August–October 1984). “The Energetic Paradox of Human Running and Hominid Evolution”. Current Anthropology. 25 (4): 483–95.
  4. Grant S McCall, Before Modern Humans: New Perspectives (2014, ISBN 1611322227), page 238
  5. Edward S. Sears, Running Through the Ages, 2d ed (2015, ISBN 1476620865), page 14
  6. McDougall, Christopher, Born to Run: A Hidden Tribe, Superathletes, and the Greatest Race the World Has Never Seen, New York, 2009.
  7. “Food For Thought” (PDF). The Life of Mammals. BBCi.
  8. O’Keefe, J.H., Vogel, R., Lavie, C. J., & Cordain, L. (2010). Organic fitness: physical activity consistent with our hunter-gatherer heritage. The Physician and sportsmedicine, 38(4), 11-18
  9. O’Keefe, J. H., Vogel, R., Lavie, C. J., & Cordain, L. (2011). Exercise like a hunter-gatherer: a prescription for organic physical fitness. Progress in cardiovascular diseases, 53(6), 471-479
  10. Remko Kuipers (2015). Oergezond: word en blijf gezond met de oerleefstijl. Uitgeverij Bert Bakker.
  11. https://darwinian-medicine.com
  12. Raichlen, D. A., Pontzer, H., Harris, J. A., Mabulla, A. Z., Marlowe, F. W., Josh Snodgrass, J., & Wood, B. M. (2017). Physical activity patterns and biomarkers of cardiovascular disease risk in hunter-gatherers. American Journal of Human Biology, 29(2).